Dia 13 di Mei 2024, caso Avestrus ta bolbe corte den beroep.
Gaby Werleman y su casa Ninoska Nuñes hunto cu Mansur ta wordo acusa di “listige kunstgrepen”. Nan a maniobra pa busca tereno na Eagle Beach, pa haya firma di Benny, cu e intencion pa bende tereno y saca ganashi grandi.
Na Eagle Beach nan a haya un tereno di 5000 m2 y mesora cu nan a haya optie di Benny nan a bende cu Venezolano.
Benny a firma e traspaso di accion, pues Benny tabata sa cu su firma a wordo bendi. Tabata un NV cu no a pone ningun blokki.
Mes un dia cu a pasa e accionnan pe cumprado, Gaby cu su casa y Mansur a cobra 6.3 miyon florin.
Tur a wordo sentencia den corte di promer instancia y awor dia 13 di Mei 2024 nan ta bek dilanti corte.
E benta aki ta carga e nomber di Damira Realestate.
E caso ta bay riba e hecho cu su amigonan tabata lanta compania NV, cu e unico meta pa bende tereno di pueblo na sitionan prominente pa prijsnan halto y asina enrikece nan mes.
Den acusacion di fiscal por lesa cu:
“Werleman (aanvrager in zaaksdossier Damira) was jarenlang ter beschikking gesteld aan het bureau van toenmalig minister Sevinger als adviseur. Werleman liep dus jarenlang rond op het kantoor van Sevinger.”
Pues Gaby Werleman tabata un coordinador di Benny cu tur dia ta cana rond den oficina di Benny.
Por lesa e acusacion completo aki:
ZAAKSDOSSIER DAMIRA (OPLICHTING/VALSHEID IN GESCHRIFT)
Arends is niet de enige die via lege vennootschappen en aandelenoverdrachten veel geld weet te verdienen aan de handel in erfpachten. Ook andere betrokkenen in de naaste kring van Sevinger lukt het om flinke winsten te maken. Zo is er in zaakdossier Damria echtpaar Nunez en Werleman. Werleman werkte als adviseur van Sevinger toen hij minister was. Mansur is ook een bekende van Sevinger.
Middels een formulier van de DIP is door Nunez namens Damira op 10 december 2014 een aanvraag voor een terrein voor de grootte van 3.000m2 bij Eagle Beach ingediend. Ook is er een soortgelijk formulier rechtstreeks bij de minister ingediend. Werleman heeft bij de LR verklaard dat hij deze aanvraag zelf bij het bureau van de Minister heeft ingediend. Het formulier heeft een stempel van binnenkomst bij het bureau van de Minister op 12 december 2014. Op dezelfde dag komt er een akkoord van Sevinger op te
23
staan. Dat is al opmerkelijk want nergens blijkt uit dat bij deze aanvraagformulieren de stukken zitten of de omschrijvingen over wat de aanvragers precies van plan zijn met de aanvraag en wat zij willen ontwikkelen. Aan de voorwaarden in het beleid van de DIP vermeld werd dus door deze aanvragers niet voldaan.
Nunez weet niet of er stukken zijn ingediend en verwijst voor de afhandeling naar haar echtgenoot. Werleman verklaart op zijn beurt dat hij aanneemt dat hij de benodigde stukken heeft ingediend, anders zou het proces niet in werking worden gezet. Dat klinkt logisch, maar nergens blijkt uit dat er stukken zijn ingediend en toch is het proces in werking gezet. En ook al moeten we, als we de verdachten volgen, niet zo zwaar tillen aan deze eerste voorwaarden voor het verkrijgen van een optie, dan blijft het opmerkelijk dat deze kale aanvraag wel in behandeling wordt genomen en die van anderen niet.
Volgens Abath is dat omdat de goedkeuring van Sevinger erop stond, hetgeen een instructie voor hem inhoudt om ermee aan de slag te gaan. Abath heeft daarbij ter zitting aangegeven dat de aanvragen die via Sevinger kwamen meteen in behandeling werden genomen. Het heeft dus wel degelijk zin om via de minister te gaan en dat wordt toch makkelijker als je ook als adviseur van de minister werkt.
De aanvraag wordt gedaan namens de vennootschap Damira. Werleman en Nunez zijn op dat moment de aandeelhouders van deze vennootschap. Uit het onderzoek blijkt dat de vennootschap Damira voor deze aanvraag in het bezit is geweest van een appartementencomplex te Cumuna. Dit appartementencomplex was reeds verkocht door Nunez en Werleman toen zij deze aanvraag indienden. De vennootschap had na de verkoop van het appartementencomplex dan ook geen activiteiten meer. De opbrengst uit de verkoop wilden zij, volgens de verklaring van Werleman, gebruiken voor een nieuw project dat zij wilden starten. De opbrengst alleen zou echter niet genoeg zijn om een project te kunnen ontwikkelen. Daarvoor hadden zij nog investeerders nodig. Maar ook hier lijkt weer wat verwarring te zijn over het verschil in het zoeken naar investeerders en het zoeken van kopers van aandelen. Dat Werleman en Nunez naar investeerders hebben gezocht blijkt immers nergens uit. Dat zij naar kopers hebben gezocht blijkt wel. In deze zoektocht zouden zij ook tegen Mansur aangelopen zijn die het terrein naast hen had.
Door Mansur was namelijk namens Lizner bij brief van 27 februari 2015 een optie voor een erfpacht aangevraagd voor een perceel op Eagle Beach. Door Mansur is verklaard dat hij een aanvraag via de DIP heeft gedaan maar er ook een heeft ingediend bij de Minister.33 Lizner is een vennootschap die door Mansur jaren daarvoor samen met zijn ex-partner is opgericht, maar heeft op het moment van de aanvraag geen activiteiten. In zijn aanvraag vraagt hij om een terrein bij Eagle Beach van 5000m2 voor een “5+ story condominium building”. Op zich al bijzonder omdat een gebouw van meer dan 5 verdiepingen op die locatie al snel een probleem vormt gezien het dan geldende Ruimtelijk Ontwikkelingsplan (hierna ROP). Overigens is ook niet gebleken dat aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een optie is voldaan of dat dat in de 30 daar opvolgende dagen nog is gebeurd. Desondanks
33 Het blijkt uit de stukken dat een aanvraag via het BROIM is gegaan naar BID. (zie persoonsdossier, map 3, p. 1615). Echter is niet gebleken van een aanvraag via de DIP.
24
krijgt de aanvraag al de goedkeuring van Sevinger en wordt het proces door Abath verder in gang gezet. Op de brieven wordt zelfs weer spoed gezet.34 Waarom? Daar willen de verdachten niet veel over kwijt.
Maar de vaart blijft erin en met het in behandeling nemen van deze aanvragen wordt er op dezelfde dag, 7 april 2015, door Sevinger een MB met een optierecht afgegeven aan Damira voor kavel KV-1 en KV-2 (totaal groot 4586m2, hetgeen veel meer is dan de 3.000 die door hen is gevraagd) en aan Lizner voor kavel KV-3 (groot 4250m2, hetgeen minder is dan door Mansur gevraagd). De percelen zijn naast elkaar gelegen. De MB’s kunnen dan nog niet feitelijk in handen zijn van de betrokkenen omdat zij de leges en dergelijke nog moeten betalen. Dat wordt voor Damira begin juni 2015 gedaan en voor Lizner pas in november 2015. Deze laatste is ver buiten de betalingstermijn van 30 dagen waardoor de optie volgens het beleid van de DIP al lang had moeten vervallen. Maar dat gebeurt niet. Sterker nog Abath verklaart dat hij zelfs nog achter de betaling van Mansur aan gebeld heeft met Werleman.
Werleman, Nunez en Mansur gaan na de melding dat zij een optie krijgen, op enig moment samen verder. Over hoe zij met elkaar in contact komen verschillen de verklaringen. Waar Mansur, Nunez en Werleman wel met elkaar over op een lijn liggen is dat zij allen de indruk willen wekken bezig te zijn geweest met het ontwikkelen van een project en het zoeken van investeerders voor hun projecten. Echter wordt dat verder nergens mee onderbouwd en blijkt daar ook niets van. Enige vorm of uitleg over dat project is niet gegeven. Tot op de dag van vandaag niet. Er is geen bouwtekening, schets, plan of wat dan ook overgelegd. Iets waar zij mee begonnen zouden zijn nadat zij de optie hadden verkregen. Hoe zoeken ze dan investeerders in hun project?
Het is allemaal niet zo vreemd, want Mansur, Werleman en Nunez zijn ook helemaal niet op zoek naar investeerders maar naar kopers. Dat blijkt uit de verklaringen van Martinez Henriquez35 van Spazio. Zij verklaart dat Werleman bij haar kwam om een terrein te verkopen. Verkopen dus en niet investeren. Werleman had haar gevraagd hem te laten weten als zij een klant voor hem had. Zij was een paar maanden later met Donadi in contact gekomen en had de twee bij elkaar gebracht. Daaruit is af te leiden dat Werleman na de verkrijging van zijn optie al gelijk is gaan zoeken naar kopers in plaats van investeerders.
Donadi komt dus in beeld. Hij had Martinez Henriquez aangegeven dat hij een terrein zocht om een project te ontwikkelen. Zij herinnerde zich toen dat Werleman een terrein had. Werleman had toen gezegd dat het nog wel om een optie ging. Martinez Henriquez was in het optie verhaal niet zo goed thuis dus verwees naar de advocaten. Ook Donadi bevestigd deze gang van zaken. Ook hij wist niet hoe het werkte met optie en erfpacht maar dat heeft Werleman hem uitgelegd.
Over hoe het is gegaan legt Donadi een uitgebreide verklaring af. Donadi verklaart36 dat hij via Spazio in contact kwam met Werleman. Zij hadden een eerste meeting met Werleman.37 en in deze meeting gaf Werleman aan dat hij een bedrijf had dat een optie zou ontvangen voor twee kavels. Donadi had toen
34 Zie getuigenverklaring O.A. Henriquez (getuigendossier map 2 p. 906), mensen zeggen dat als je je aanvraag voor erfpacht grond snel wil laten verlopen je het via Werleman moet laten lopen.
35 Zie getuigenverklaringen Y. Martinez Henriquez (getuigendossier, map 2, p. 769).
36 Zie, getuigenverklaring G. Donadi (getuigendossier map 1 p. 340).
37 Volgens de verklaring van Donadi was deze meeting op 25 juli 2015. Hij kan dit zich nog herinneren omdat het de verjaardag van zijn kind was.
25
gezegd dat de afmetingen van die kavels niet groot genoeg waren. Toen werd door Werleman benoemd dat de kavel ernaast ook beschikbaar is. Deze kavel was van Mansur. Ook door Martinez Henriquez is verklaard38 dat Werleman met de naam van Mansur was gekomen. Donadi begreep daaruit dat Werleman daarvoor al contact had gehad met Mansur. Werleman noemde vervolgens de prijs van 3,5 miljoen voor de drie kavels samen, dus voor de aandelen van Lizner en Damira. Daar hadden zij toen de handen op geschud. Daarna zijn ze gelijk naar advocaat Croes gegaan om alles te bespreken. Een dag later, 26 juli 2015, zijn een tweetal letters of intent gemaakt. Een tussen Lizner (Mansur) en Donadi voor de aandelenoverdracht van Lizner. En een tussen Damira (Werleman en Nunez) en Donadi voor de aandelenoverdracht van Damira.
In de verklaringen van Donadi en Martinez Henriquez wordt bevestigd dat het Mansur, Nunez en Werleman altijd te doen is geweest om kopers voor de aandelen te vinden en niet om het zoeken van investeerders om gezamenlijk op te trekken. Zij hebben geen enkele inzet gepleegd om na de ontvangst van de optie ook maar een begin te maken met het vormgeven of gestalte geven aan de projecten die zij zogenaamd zouden gaan ontwikkelen. Terwijl ze tegen de tijd van de verkoop van de aandelen toch al maanden wisten van de optie en in beginsel ook maar 6 maanden hebben om aan de voorwaarden voor de erfpacht te voldoen. Wat ze wel hebben gedaan is rondvraag bij makelaars en vrienden over de verkoop van hun terreinen.
In de periode na het afsluiten van de letters of intent zijn Werleman, Nunez en Mansur bezig om de kavels bij elkaar te krijgen zodat Donadi een project kan ontwikkelen, omdat hij dat graag wil. Daartoe wordt namens de vennootschappen door Nunez en Mansur een brief aan Sevinger gestuurd met het verzoek om de verkregen twee MB’s te synchroniseren tot een MB. In de brief schrijven zij valselijk dat zij graag een project willen ontwikkelen en verzoeken daarom tot synchronisatie. Het is echter niet Nunez en Mansur die tezamen een project willen ontwikkelen, maar Donadi die het project gaat ontwikkelen. Dat weten zij ook maar dat zetten ze niet op papier, dus blijven ze voordoen dat het anders is. Valsheid in geschrift dus.
Ook verzoeken zij om toestemming van uitbreiding van de bouwlagen tot maximaal 6 bouwlagen. Iets wat niet kan op grond van het ROP. Werleman zegt op zitting dat dit op verzoek van Donadi was, maar Donadi zegt daar wat anders over in zijn verklaring. Hij kwam er pas bij de notaris achter dat hij tot 7 bouwlagen mocht gaan.39 Het verzoek kwam dus helemaal niet van Donadi. Maar ondanks dat het verzoek in strijd is met het ROP zet Sevinger nog dezelfde dag zijn akkoord onder deze brief. Voor deze aanvraag is dit voor Sevinger kennelijk geen probleem.
In september 2015 komt er dan een vervolg verzoek ondertekend door Nunez en Mansur en gericht aan Sevinger en Abath. Dit is het verzoek om 1 MB te maken zodat er 1 project ontwikkeld kan worden op de drie kavels. Ook hier zijn het niet Nunez en Mansur die dat willen ontwikkelen en daarmee willen zij wederom in strijd met de waarheid doen voorkomen dat zij zelf het project aan het ontwikkelen zijn. Donadi wordt nog nergens genoemd. Wederom een vals geschrift. Er wordt bovendien verwezen naar de
38Zie getuigenverklaring Y. Martinez Henriquez (getuigendossier, map 2, p. 770).
39 Dat blijkt ook uit zijn plannen van begin 2016 waarin nog gesproken wordt van 5 bouwlagen. Bijlagen 18 van het verhoor Donadi, (getuigendossier map 2 p. 457).
26
toestemming die gegeven zou zijn door Sevinger. Kennelijk zijn Nunez en Mansur op de hoogte van de handtekening die Sevinger op het eerdere verzoek heeft gezet. Hoe zij dat weten is onduidelijk. Zonder te vragen om een deugdelijke weergave van het te ontwikkelen project, wat de achtergrond is van deze wijzigingen en verzoeken, of dit binnen het beleid past etc, zet Sevinger ook hierop weer dezelfde dag zijn akkoord.
De verzoeken worden door Abath in behandeling genomen. Hij heeft daar nog telefonisch contact met Werleman over wat precies de bedoeling is. Dat je ook telefonisch kunt toelichten wat je plannen zijn met een terrein is niet iets wat terug te vinden is in het beleid van de DIP. Laat staan dat je daar nog over achteraan wordt gebeld door de DIP. Het staat allemaal in schril contrast met de wachtenden bij de DIP die nooit een reactie krijgen op hun aanvraag. Dit klemt in deze des te meer nu het hier gaat om een groot project op een toplocatie op Aruba. Dan zou je toch mogen verwachten dat kritisch naar aanvragers wordt gekeken en of zij niet wellicht aan het speculeren zijn met gronden. Want zoals gezegd dat speculeren met erfpacht en terreinen vinden Abath en Sevinger afkeurenswaardig. Althans dat roepen zij in de zittingszaal. Als het gaat om vrienden om bekenden dan lijken de regels wat minder streng te zijn en het beeld van de voorkeursbehandeling voor de adviseur van het bureau van de minister of andere bekenden van de partij blijft toch telkens weer oppoppen.
Het is niet alleen het beleid van de DIP dat voor deze aanvragers opzij wordt gezet, ook de regels van het ROP worden terzijde geschoven. Dat wil zeggen het ROP wordt middels een beleidsnota aangepast. Ten tijde van het verzoek tot toestemming tot verhoging van de bouwlagen, vormt het dan geldende ROP immers nog wel een obstakel. De gevraagde bouwlagen passen niet binnen het dan geldende ROP. Maar dat obstakel wordt weggenomen door de beleidsnota die Abath in oktober 2015 aan Sevinger stuurt waarin de verhoging van de bouwlagen en de uitbreiding van de bebouwingsdichtheid met ingang van 1 november 2015 wordt aangepast. Hoewel een beleidsnota de dan geldende regelgeving in de Landsverordening en het ROP eigenlijk niet opzij kan zetten, wordt door Sevinger dag van ontvangst nog akkoord gegeven en wordt er door Abath meteen naar gehandeld.
Abath heeft namelijk op 17 november 2015 een nieuw concept MB aan Sevinger gestuurd, waarbij hij in de begeleidende brief positief adviseert tot het uitbrengen van 1 nieuwe MB aan Damira. Daarbij geeft hij in de brief aan dat hij rekening heeft gehouden met de nieuwe beleidsnota en dat er dus maximaal 7 bouwlagen mogen komen. Wel zo fijn. Niet omdat Donadi tot 7 bouwlagen wilde gaan en dat dat nu mogelijk werd. Hij had immers een plan voor 5 bouwlagen. Maar de grondwaarde steeg door deze beleidsnota ook aanzienlijk waarmee de prijs voor de aandelen ook wat beter tot zijn recht kwam.
Nadat een MB is uitgebracht met een optie voor de drie kavels bij elkaar, kan begonnen worden met het traject om aan de voorwaarden van de erfpacht te gaan voldoen. Echter niet door Nunez, Werleman en Mansur. Het is Donadi die alle kosten betaalt verbonden aan de procedure tot verkrijging van een optie en het is Donadi die alle voorwaarden moet vervullen (dus het aanleveren van de plannen, studies, rapportages, documenten, financiering etc). Hij is degene die het project aan het ontwikkelen is. Dat blijkt ook uit de plannen die ter onderbouwing van het project worden gestuurd, deze zijn afkomstig van de Donaco groep van Donadi. Maar door Abath en Sevinger worden daar geen verdere vragen over gesteld.
27
Het enige wat door Werleman, Nunez en Mansur nog wordt gedaan is verzoeken indienen voor de benodigde verlenging van de optietermijnen. Daarmee valselijk de indruk wekkend dat zij nog immer bezig zijn met zelf ontwikkelen van de terreinen. In werkelijkheid hebben zij in de tussentijd al een overeenkomst tot aandelenoverdracht gesloten met Donadi. Voor de buitenwereld moet echter nog steeds de schijn worden gewekt dat Nunez, Werleman en Mansur bezig zijn met het ontwikkelen van de terreinen. Anders zou het ook wel erg veel op speculeren met terreinen gaan lijken. Ook zijn zij degene met een korte lijn met Abath en Sevinger. Donadi heeft dat niet en gebleken is wel dat het daarmee lastiger, zo niet onmogelijk wordt om zaken te regelen.
In november 2016 wordt aan alle voorwaarden voor de verlening van de erfpacht voldaan. Een dag voordat de akte voor de vestiging van de erfpacht bij de notaris wordt gepasseerd wordt aan Sevinger een verzoek om toestemming voor de aandelenoverdracht van Damira gericht. Zelfs in deze brief wil Nunez nog de indruk wekken dat er nieuwe partners willen participeren. Maar er is helemaal geen sprake van participeren. Na de aandelenoverdracht zal Nunez noch Werleman noch Mansur nog participeren in de projecten. Dat deden ze al niet voor de aandelenoverdracht, laat staan daarna. De enige participatie die er van hun kant was, waren de contacten met de overheid, zodat alles vlotjes bleef verlopen.
Sevinger zet dezelfde dag zijn akkoord onder de aandelenoverdracht. Geen vragen, niets. Na het passeren van de akte worden de aandelen overgedragen. Nunez, Werleman en Mansur zijn vervolgens tezamen ruim USD 3.500.000 rijker.
Bij de casus Elenath is reeds het juridisch en feitelijk kader voor de oplichting en de valsheid in geschrift besproken. Ook op zaaksdossier Damira en de verdachten hierin kan dit kader worden toegepast.
Conclusie zaaksdossier Damira
Uit het voorgaande is af te leiden dat in het zaaksdossier Damira bij de verdachten sprake was van een samenweefsel van verdichtsels en listige kunstgrepen. De verdachten namen daarnaast een betrouwbare hoedanigheid (minister, overheidsambtenaar, projectontwikkelaar) aan, die vanuit hun contacten met de overheid leidde tot een voorkeursbehandeling van Nunez, Werleman en Mansur waarbij het land bewogen werd tot afgifte van een optie en een erfpacht aan deze laatstgenoemden. Op deze manier konden zij in korte tijd een flinke winst maken met de verkoop van de aandelen zonder ooit de intentie te hebben gehad om zelf te ontwikkelen. Ze schroomden daarbij niet om valse geschriften in te dienen en de buitenwereld te willen laten geloven dat alles netjes is verlopen.
Voor de overheidsambtenaren maakten de handelingen in deze zaakdossiers dat zij zich tevens schuldig hebben gemaakt aan andere feiten als ambtsmisbruik en omkoping. Deze strafbare feiten zijn ook terug te vinden in de andere zaakdossiers. Daar zal nu verder op ingegaan worden.