PERSBERICHT

Minister Maduro van Financiën en Cultuur van Aruba:

Aruba bedreigen met een ‘default’ om de herfinancieringsovereenkomst te ondertekenen, terwijl partijen eigenlijk nog aan het onderhandelen waren, verdient geen ‘schoonheidsprijs’ in het herdenkingsjaar slavernijverleden.

Onlangs heeft Staatssecretaris Van Huffelen(STAS) in de Nederlandse pers verbaasd gereageerd op de kritiek van Minister Maduro over het koloniaal gedrag van Nederland jegens Aruba in de onderhandelingen voor de terugbetaling van de coronaleningen. Volgens de STAS zou Nederland een akkoord willen bereiken over het instellen van financieel toezicht, maar de regering in Oranjestad noemt dat ‘koloniaal gedrag’. Minister Maduro ontkent deze stelling. Het financieel toezicht op Aruba staat niet ter discussie, deze bestaat al sinds 2015 en is verankerd in de Landsverordening Aruba Tijdelijk Financieel Toezicht (LAFT).

Wat wel ter discussie staat, is de ‘strafrente’ op de coronaleningen die Nederland het Arubaanse volk oplegt voor de hulp die Aruba op grond van artikel 36 van het Statuut heeft aangevraagd. Minister Maduro vindt het, op z’n zachtst uitgedrukt, verbazingwekkend dat Nederland bij monde van BZK een ‘strafrente’ op Aruba oplegt en bovendien Aruba met een ‘default’ bedreigt als pressiemiddel om de herfinancieringsovereenkomst te tekenen. Een dergelijke omgang met een hulpverzoek binnen het Koninkrijk, nota bene, tijdens het herdenkingsjaar van het slavernijverleden, verdient geen schoonheidsprijs en is in geen enkele taal ‘goed te praten.’ Nederland kan niet aan de ene kant excuses bieden voor het slavernijverleden, en aan de andere kant een ‘strafrente’ opleggen aan Aruba ter waarde van meer dan 300 miljoen florin, (150 miljoen euro), die wordt verdiend over het leed van het Arubaanse Volk tijdens de pandemie. Een dergelijk optreden van Nederland weerspiegelt een koloniale praktijk, toen winst gemaakt moest worden met de koloniën.

Met enige zelfreflectie over de praktijken in ons slavernijverleden in het Koninkrijk, zou Nederland de hulpvraag van Aruba anders hebben behandeld.

In de context van het slavernijverleden lijkt het nog steeds zo te zijn dat alleen de wet van ‘Sjoon Grandi’ goed genoeg is, en dat de landen vanuit Den Haag dienen te worden geregeerd. Als Aruba niet doet wat ‘Sjoon Grandi’ wilt, dan worden er zwepen uitgedeeld, bedreiging met een ‘default’ met fatale consequenties voor de kredietwaardigheid van de Arubaanse overheid en het bedrijfsleven, met daarbij het opleggen van een rente voor de herfinanciering van de pandemielening die meer dan twee keer zo groot is dan de rente die Nederland op de kapitaalmarkt betaalt. Zodat Nederland zo’n 150 miljoen euro verdient. Deze manier van handelen verdient zeker geen ‘schoonheidsprijs’ tijdens het herdenkingsjaar slavernijverleden. Ook hierbij is een diepe zelfreflectie nodig aan de kant van Nederland.

Excuses worden aangeboden voor handelingen/praktijken die zich niet meer voordoen. De Nederlandse Staat heeft excuses aangeboden voor het slavernijverleden en heeft daarbij een oproep gedaan voor een onderzoek naar de doorwerking van het slavernijverleden in het heden. Met enige zelfreflectie had het onderhandelings-team en de STAS van BZK kunnen inzien dat de manier waarop onderhandeld wordt, de druk die uitgeoefend wordt, de bedreiging met een ‘default’ van Aruba, en de oplegging van een ‘strafrente’ van 300 miljoen florin op de Arubaanse bevolking voor een lening om een pandemie te kunnen doorstaan, niet van deze tijd is, maar veel gelijkenis toont met het optreden in het Nederlandse koloniale verleden.

We kunnen elkaar de ‘over en weer verwijten’ besparen, als we oprecht kunnen werken aan een relatie in het Koninkrijk der Nederlanden dat gebaseerd is op wederzijds respect en gelijkwaardigheid, erkenning van onze autonomie en capaciteit om onze eigen financiële zaken te regelen. De aangeboden excuses voor het slavernijverleden zijn een belangrijke stap in de goede richting, maar zelfreflectie is ook nodig om in te zien dat Nederland zijn eigen falen niet telkens op Aruba kan afwentelen.